Dwangmedicatie

Dwangmedicatie

KC21-010 31 mei 2021

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klager]
Klachtnummer  : KC21-010
Instelling : Pro Persona 
Datum ontvangst klacht : 19 mei 2021
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 27 mei 2021 (digitale hoorzitting Starleaf)
Datum uitspraak  : 31 mei 2021

 

 

 

Uitgenodigd voor hoorzitting en digitaal aanwezig

[klager] (klager)

[pvp] (PVP)

[pvp] (toehoorder PVP)

 

[verweerder] (verweerder)

[behandelaar] (behandelaar)

 

[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[psychiater] (psychiater)  `

[lid] (lid)

 

[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

Juridische status

Voortgezette crisismaatregel

 

Klacht

Klager wil slechts Abilify toegediend krijgen en geen Lorazepam.  

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 11 mei 2021 een klacht ontvangen met schorsingsverzoek van klager betreffende dwangmedicatie. Klager gaf aan slechts Abilify als medicatie te accepteren vanwege goede resultaten bij eerdere behandelingen. Met ondersteuning van de patiëntenvertrouwenspersoon is hierover overeenstemming bereikt met behandelaar waardoor de klacht op 13 mei jl. door klager is ingetrokken.

Op 19 mei 2021 heeft klager opnieuw een klacht ingediend over zijn medicatie. Diezelfde dag zijn klager, pvp en verweerder geïnformeerd over de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting op 27 mei 2021. De klachtencommissie heeft op 22 mei 2021 het verweerschrift ontvangen. Bijlagen bij het verweer zijn op 22 en 25 mei door verweerder per mail ingediend en naar partijen doorgestuurd.  

De hoorzitting heeft op 26 mei 2021 plaatsgevonden middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben alle partijen hun standpunt kunnen toelichten. Partijen is aan het einde van de hoorzitting medegedeeld dat zij uiterlijk op 1 juni 2021 de volledige uitspraak van de klachtencommissie tegemoet kunnen zien.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht en klaagschrift;

-           Toelichting klacht;

-           Verweerschrift;

-           Zorgplan;

-           Crisismaatregel;

-           Verlengde crisismaatregel;

-           Medische verklaring;

-           Behandelplan;

-           Product 22: Verlenen verplichte zorg;

-           Tweede klachtformulier d.d. 25-5-2021;

-           Decursus (nagezonden).

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen beperking vrijheden, als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 1 juni 2021.

 

Feiten

Klager is een 24-jarige man bekend met een bipolaire stoornis-I. Klager is eerder, met manische psychosen, langdurig gedwongen opgenomen bij Pro Persona. Ook in zijn moederland [land] zijn er opnames geweest. Bij aankomst in Nederland is klager opgenomen middels een IBS na een manisch psychotische ontregeling. De laatste opname liep van mei 2018 t/m oktober 2018. Klager is toen met voorwaardelijk ontslag gegaan en is in zorg gebleven bij FACT en heeft beschermd gewoond in Arnhem. De voorwaardelijke rechterlijke machtiging is later omgezet naar een vrijwillig kader.

Klager is op 4 mei jl. met een crisismaatregel opgenomen in [plaats] als gevolg van openbare ordeverstoring vanuit een manische episode met psychotische kenmerken. Op 11 mei 2021 is klager overgeplaatst naar [plaats]. Op 7 mei is een verlenging van de crisismaatregel afgegeven voor een periode van 3 weken.

 

Standpunten van partijen

Klager heeft een klacht ingediend over de medicatie die hij in het kader van verplichte zorg moet innemen. Klager is slechts bereid om Abilify in te nemen. Op 11 mei jl. was hierover overeenstemming bereikt met behandelaar. Naar aanleiding van een incident is besloten om klager naast de Abilify ook Lorazepam en Cisordinol toe te dienen. Hiermee is klager het niet eens.

Ter zitting licht klager toe dat hoe hij door de marechaussee op Schiphol is opgepakt en in een kliniek is geplaatst. Klager heeft onder dwang ingestemd met een vrijwillige plaatsing. Klager probeerde een paspoort voor [land] te regelen. Hierbij heeft hij overlast veroorzaakt. Diverse familieleden zijn de afgelopen periode overleden of ziek geworden. Klager wilde daarom even terug gaan. Ook geeft klager aan dat hij zijn studie weer wil oppakken. Hij is dakloos geworden in [plaats]. Hij woonde in zijn auto die in beslag is genomen. Klager is bekend met psychoses en heeft goede ervaringen met Abilify. Van de andere medicatie die hij momenteel inneemt ervaart hij bijwerkingen zoals problemen met eten, slapen en praten. Ook heeft hij last van nachtmerries. Van Lorazepam wordt hij misselijk en krijgt last van maagzuur aldus klager.

Klager geeft aan dat hij na plaatsing in [plaats] in de samenwerking was maar door een medepatiënt in de EBK terecht is gekomen. Hij vroeg een sigaret met Cannabis aan een medebewoner maar kreeg iets waar heroïne in zat. ‘Dat wilde ik niet. Die andere man moest lachen en toen werd ik heel boos en daardoor agressief. Toen werd Lorazepam geïnjecteerd en ook Cisordinol’ aldus klager.

 

Verweerder beaamt dat klager aanvankelijk goed in de samenwerking was. Wel vertoonde hij antisociaal gedrag in de vorm van schelden o.a.. Behandelaren hoorden wel dat er bereidheid was om Abilify in te nemen. Daarom is besloten mee te gaan in zijn wens om inname Lorazepam te stoppen. Tot het weekend ging dat goed. Maandag bleek dat klager gesepareerd was naar aanleiding van agressief gedrag naar medewerkers en cliënten. De situatie was schrijnend en er moest iets gebeuren aldus verweerder. Daarom is besloten tot depot. De verwachting was zo snel terug te gaan naar de eerdere situatie qua gedrag. Verweerder erkent dat de nadelige dynamiek op de afdeling zeker een factor is geweest bij de ontregeling van klager. Hij betreurt dat. Getracht is om de andere medepatiënt op een andere afdeling te plaatsen hetgeen nog niet gelukt is.

Verweerder benadrukt dat niet uit het oog verloren moet worden dat klager opgenomen is om behandeld te worden. In dit stadium is Lorazepam nog nodig. Dit depot heeft ongeveer 3-4 weken nodig om effectief te zijn. Er is al een afbouw van de hoeveelheid Lorazepam en Cisordinol ingezet. Verweerder is bereid om een afbouwschema onder voorbehoud te maken zodat klager een houvast heeft.  

 

Klager heeft enkele dagen voor de zitting nog een klachtformulier ingediend waarin hij verzoekt om een crisiskaart zodat de omgeving beter weet wat klager wel en niet wil wanneer er sprake is van psychotische klachten. Onder de Wvggz betreft dit een zorgkaart. Verweerder hoort dit verzoek voor het eerst maar geeft aan dit zeker op te pakken.

 

De commissie vraagt verweerder of er een alternatief is overwogen met betrekking tot het verstrekte depot. Verweerder licht toe dat er gekeken is naar de historie van klager en zijn bereidheid. Abilify bleek in het verleden effectief te zijn dus hier is voor gekozen. ‘Wij hebben echt ingezet op samenwerking’ aldus verweerder. Daarom is de Lorazepam aanvankelijk ook stopgezet. Verweerder heeft de decursus over de periode waar de klacht betrekking op heeft niet aangeleverd. Deze is wel van belang voor de beoordeling van de klacht en zal nog nagezonden worden door verweerder. Klager is mondeling en schriftelijk geïnformeerd over de verplichte zorg.  

 

De commissie vraagt toelichting op het verzoek om schadevergoeding in het klaagschrift dat de PVP heeft ingediend namens klager. Klager deelt mee dat dit betrekking heeft op de arrestatie en niet op de zorg. PVP vult aan dat bij een gegronde klacht toekenning van schadevergoeding mogelijk is. De voorzitter geeft aan dat schadevergoeding alleen beoordeeld kan worden wanneer de klacht over de dwangmedicatie gegrond verklaard zou worden. Bovendien ontbreekt de onderbouwing hiervan.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg als bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Wat betreft deze formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte medicatie is door verweerder besproken met klager op 11 mei 2021. De besprekingen en uitreiking van de beslissing en de uitreiking van de bevestigende brief van de geneesheer directeur op 11 mei 2021, voldoen.

De verplichte zorg, bestaande uit de toediening van een verplichte medicatie (Lorazepam), op 16 mei ziet op deze beslissing verlenen verplichte zorg.

 

Ten aanzien van de klacht tegen de toediening van een injectie met medicatie Lorazepam op 17 mei 2021 constateert de commissie het volgende.

Op 11 mei 2021 heeft klager via een klacht ingediend met daarbij een schorsingsverzoek. Dat schorsingsverzoek is in behandeling genomen, echter tijdens de behandeling van het schorsingsverzoek is de klacht ingetrokken. Dit omdat verweerder in gesprek is gegaan met klager en tot overeenstemming is gekomen. De samenwerking tussen klager en verweerder is hiermee gezocht en voldaan aan een minder bezwarende behandeling. 

 

Wat betreft de waarborgen die voortvloeien uit de Wvggz, onverlet of de zorg binnen of buiten een accommodatie wordt verleend, moet aan de volgende eisen worden voldaan.

Verplichte zorg is een ultimum remedium. Als verplichte zorg noodzakelijk is, moet gekozen worden voor de minst ingrijpende vorm en zo kort mogelijk. Verplichte zorg moet voldoen aan de uitgangspunten van subsidiariteit, proportionaliteit, doelmatigheid en zorgvuldigheid. 

 

De commissie constateert dat op basis van de ingediende stukken en de hoorzitting de proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid van de verplichte medicatie inhoudelijk is getoetst en beoordeeld.

 

Proportionaliteit is aanwezig doordat dit in verhouding is met de problematiek van klager. Zonder medicatie is de kans op herhaling van het ernstig nadeel, de agressie en maatschappelijk teloorgang te groot. Het ernstig nadeel wordt weggenomen door deze medicatie. Subsidiariteit is aanwezig doordat verweerder eerst in gesprek is geweest met klager zonder medicatie, na de intrekking van de eerste klacht.  Dat had niet het gewenste effect. Klager heeft tijdens het weekend verdovende middelen gerookt en in combinatie met de lage dosering medicatie heeft dit geleid tot agressie en insluiting in de EBK. Op 16 mei heeft klager onder politiebegeleiding de medicatie oraal ingenomen en op 17 mei is het medicijn Lorazepam geïnjecteerd. Er was geen mogelijkheid zorg op vrijwillige basis te verlenen, geen minder ingrijpende alternatieven aanwezig en de verplichte zorg was evenredig gelet op het beoogde doel het ernstig nadeel te voorkomen. Het is redelijkerwijs te verwachten dat de verplichte zorg effectief gaat zijn. Door verweerder is aangegeven dat er continue getoetst wordt of de verplichte medicatie verminderd kan worden, op geleide van gedrag van klager.

 

Ten overvloede:

Pro Persona is niet bereid de klachtencommissie te faciliteren in het zelfstandig kennisnemen van het patiëntendossier, ook niet met toestemming van klagers. De commissie is afhankelijk van het door verweerder aangeleverde dossier. Zo ook in de behandeling van deze klacht. Er is geen inzage in het medisch dossier anders dan het aangeleverde verweer van verweerders. Aanvankelijk was de decursus niet aangeleverd omdat verweerder hiervan de meerwaarde niet inzag. Na de hoorzitting is de decursus alsnog aan de commissie toegezonden door verweerder. Dit heeft voorkomen dat de klachtencommissie met beperkte middelen uitspraak moet doen.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

Aldus besloten te Arnhem, 31 mei 2021

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5